Aanschaf van een Labradorpup |
---|
U WILT EEN LABRADORPUPPY? Heel goed over nadenken Enkele belangrijke punten op een rijtje OP ZOEK NAAR EEN BETROUWBARE FOKKER Haastige spoed is zelden goed De wereld van de hondenfokkerij De rasspecialist De hondenhandelaar De particulier Conclusie Tien gouden tips IN VERWACHTING In verwachting van uw pup DE NESTPERIODE: HOE HET BIJ EEN ZORGZAME FOKKER GAAT De eerste twee weken De derde en vierde levensweek De vijfde en zesde week De zevende en achtste levensweek De grote dag: het ophalen NAWOORD Wat te doen met deze informatie Auteurs |
U WILT EEN LABRADORPUPPY? |
Heel goed over nadenken U wilt dus een labradorpup. Waarom speciaal een labrador? Natuurlijk is een labradorpup met zijn mollige lijfje en altijd kwispelend staartje om op te vreten. Zeker weten. Maar dat schattige pupje is al na een paar maanden uitgegroeid tot een slungelige puber. Vindt u hem dan nog steeds leuk? Ook staat de labrador bekend als een kindvriendelijke en gemakkelijke hond. Helemaal waar. Een goed opgevoede labrador is een fantastische kameraad voor het hele gezin, waar je lekker mee kunt knuffelen, wandelen en spelen. Maar die opvoeding gaat niet vanzelf. Daar moet je heel veel voor doen. Een labrador in huis brengt niet alleen maar plezier en gezelligheid, er zijn ook nadelen. Daar moet u van tevoren goed over nadenken. Naar boven |
Enkele belangrijke punten op een rijtje
Naar boven |
OP ZOEK NAAR EEN BETROUWBARE FOKKER |
Haastige spoed is zelden goed De knoop is doorgehakt: er komt een pup in huis. De volgende vraag is: wanneer wilt u de pup in huis hebben? Natuurlijk 't liefst zo snel mogelijk. Maar verstandig is dat niet. Het is veel beter om u eerst goed te oriënteren. Wees kritisch, ook al betekent het dat u misschien een paar maanden moet wachten op uw pup. Uw labrador maakt de komende 12 tot 14 jaar deel uit van uw gezin, dan maken die paar maanden toch niet uit! Beter nu wat langer wachten op een verantwoord gefokt pupje, dan straks spijt van een overhaaste aankoop. De meeste mensen willen een labrador gewoon als lieve, gezellige huishond. Maar misschien lijkt u het u ook leuk om eens een keer naar een show te gaan? Of wilt u bijvoorbeeld jachthondensport of behendigheid gaan doen? Dan moet u helemaal kritisch zijn en op zoek gaan naar een nest waarvan beide ouderdieren showkwaliteit hebben of uitblinken in de hondensport. De fokker moet die kwaliteiten wel kunnen aantonen met showuitslagen of werkdiploma?s. Waar moet u beginnen als u een labradortje wilt aanschaffen?
Naar boven |
De wereld van de hondenfokkerij De hondenfokkerij is een beetje te vergelijken met de autobranche. Een auto kun je kopen bij de merkdealer, in de autohandel of van een particulier. Bij de merkdealer betaal je wat meer, maar je krijgt kwaliteit, service en garantie. Ga je naar een autohandelaar, dan moet je goed opletten. Je kunt een prima adres treffen, maar ook de bekende Beun de Haas. Ook als je van een particulier koopt, moet je je verstand gebruiken, want: gekocht is gekocht. Hondenfokkers kun je grofweg in dezelfde drie groepen indelen: de rasspecialist, de handelaar en de particulier die heel af en toe een nestje heeft. Naar boven |
De rasspecialist De rasspecialist is een hobbyist die maar één, hooguit twee rassen fokt. Zijn hobby kost meer geld dan die oplevert. Hij heeft vaak een kennelnaam, fokt volgens de regels van de rasvereniging, loopt shows of doet mee aan wedstrijden. Hij kent het ras door en door. Zijn doel is zo goed mogelijke labradors te fokken, om daarmee hoge ogen te gooien op shows of jachthondenproeven. Hij is trots op zijn honden en heeft vaak meerdere generaties in huis. Voor zijn nestjes, hooguit twee of drie per jaar, probeert hij de ideale reu bij zijn teef te vinden. De rasspecialist spaart kosten noch moeite om zijn pups gezond en wel te laten opgroeien en besteedt veel aandacht aan hun socialisatie. Hij wil graag weten wat er van zijn puppy's terechtkomt en organiseert terugkomdagen of gaat de stamboom zelf brengen. Pupkopers kunnen altijd met vragen en problemen bij hem terecht. Naar boven |
De hondenhandelaar De hondenhandelaar oftewel broodfokker heeft een kennel als bedrijf. Hij verdient geld met het verkopen van honden. Een handelaar fokt zelf nestjes of koopt hele nesten op bij particulieren of haalt ze rechtstreeks uit buitenlandse schuren. Omdat hij winst wil maken, probeert hij zijn kosten zo laag mogelijk te houden. Dat betekent: steeds dezelfde ouderdieren gebruiken, géén dure gezondheidsonderzoeken, goedkoop voer, weinig verzorging, geen socialisatie en geen dierenarts. Een handelaar verkoopt zijn pups meestal zonder stamboom. Dat is goedkoper én hij ontloopt allerlei lastige controles. Of hij wisselt bij één teef nesten met stamboom en nesten zonder stamboom af. Alleen de nesten met stamboom worden geregistreerd, de andere zijn "zwart". Zo krijgt het teefje veel meer nesten dan het toegestane maximum van vijf. Het teefje zal steeds minder energie hebben om haar pus goed te verzorgen. Dat zal zich uiten in het karakter van de pup, als deze opgroeit. Als u bij een fokker kunt kiezen tussen met stamboom of zonder, is er iets niet in de haak. Helaas is de scheidslijn tussen rasspecialist en handelaar niet altijd even duidelijk. Er is een groot grijs gebied tussen de keurige rashobbyist en de louche broodfokker. De hondenhandel kent bescheiden kennels met maar enkele rassen tot hele grote puppyfarms met tientallen honden van alle mogelijke rassen. Er zijn nette kennels, waar de dieren goed verzorgd worden en waar je in principe een gezond hondje kunt kopen, zelfs met stamboom en garantie. Maar ook bedrijven waar enorme misstanden heersen, waar veel te veel honden in te kleine en vieze ruimtes zitten, waar de dieren slecht verzorgd worden en waar je dus een grote kans loopt op een zieke of gedragsgestoorde pup. Puppyfarms adverteren vaak in de zaterdagkranten en op Google. Ze zijn op zondag open, zodat de mensen datzelfde weekend nog een pup kunnen kopen. Je kunt er zelfs pups op afbetaling halen. Enige service of nazorg krijg je niet. Als er wat mankeert aan je pup, heb je pech. In het gunstigste geval kun je een andere pup komen halen. Jouw zieke hondje wordt dan afgemaakt. Voor een buitenstaander is het erg moeilijk om de nette bedrijven te onderscheiden van de knoeiers. Broodfokkers hebben vaak mooie praatjes en kunnen rechtpraten wat krom is. Maar ook al kunt u er een gezond hondje kopen, denk eens aan die arme fokteven die hun leven moeten slijten in een kennel en die soms wel twaalf nesten achter elkaar krijgen. Daarom is er eigenlijk maar één goed advies: KOOP GEEN PUP BIJ EEN GROTE KENNEL EN KOOP GEEN PUP ZONDER STAMBOOM. Naar boven |
De particulier Dan heb je nog de groep van particulieren met één of twee huishonden, die incidenteel een nestje fokken en die meestal geen kennelnaam hebben. Je hebt particulieren die zich verdiept hebben in het ras, die een mooi teefje hebben dat aan alle voorwaarden voldoet en die zich laten begeleiden door hun eigen ervaren fokker. Dat zijn prima adressen om een pup te kopen. Er zijn echter ook particulieren die van toeten noch blazen weten, die een stamboomloze en niet-onderzochte teef laten dekken door de dito reu van een eindje verderop. De pups worden voor een paar honderd euro op Marktplaats te koop gezet. De kans op een miskoop is hier levensgroot. Om deze onverstandige "fokkers" een halt toe te roepen, zou eigenlijk niemand een pup van marktplaats.nl moeten kopen. Naar boven |
Conclusie
Naar boven |
Tien gouden tips Bij het uitzoeken van een goede fokker kunt u op de volgende punten letten:
Naar boven |
IN VERWACHTING |
In verwachting van uw pup U heeft uw fokker gevonden, leuke mensen met prachtige, lieve honden. U bent wezen kijken en kwam helemaal enthousiast thuis. U heeft de gezondheidsuitslagen en eventuele show- of werkkwalificaties van de ouderdieren gezien en kreeg daar tekst en uitleg bij. U kon al uw vragen stellen en kreeg uitgebreid antwoord. Het was er gezellig, schoon en netjes. Binnenkort wordt één van hun teven gedekt door een mooie, gezonde reu, of misschien is er al een teef drachtig. U kunt bij hen op de wachtlijst komen. Vergeet niet te vragen hoeveel mensen er al op de wachtlijst staan. Misschien is het verstandig u ook nog ergens anders op de wachtlijst te laten zetten. Stel dat de teef niet drachtig wordt, of er worden te weinig pups geboren, dan vist u achter het net. Maar vergeet u niet af te melden als u elders een pup krijgt toegewezen. Vraag hoe de toewijzing van de pups straks gaat. Mogen de pupkopers zelf kiezen in volgorde van de wachtlijst, wijst de fokker de pups toe of gebeurt het in overleg? In de tijd tot de pup komt, kunt u enkele boeken lezen over pupopvoeding. Bent u niet zo'n lezer? Er zijn ook dvd's te koop. Kijk maar eens op www.mediaboek.nl of www.dogtime.nl. Daar hebben ze volop keus. Misschien bent u in de tussentijd jarig of is het Sinterklaas. Dan weet u wat u kunt vragen! Ook kunt u alvast gaan kijken bij diverse puppycursussen in uw omgeving. Vraag hoe ze te werk gaan, kijk hoe ze met de puppy's en baasjes omgaan, welke methode ze gebruiken, of de trainers u aanstaan, of de lesdagen en lestijden u uitkomen, of er vervolgcursussen zijn, enz. Vaak zal de fokker de mensen op zijn wachtlijst op de hoogte houden van de stand van zaken. Maar u kunt ook zelf af en toe een mailtje sturen om te vragen hoe het ervoor staat. Is de teef al loops, hoe is de dekking gegaan, zijn er na 4 weken op de echo pups te zien? De draagtijd van een teef is 9 weken. Zeker als een groot nest wordt verwacht, komen de pups vaak al rond de 60e dag. Als u goed contact heeft gehouden gedurende de wachttijd, zal de fokker vast en zeker direct wat foto's van de pasgeboren pupjes naar u mailen en bijzonderheden als reutjes, teefjes, kleuren, geboortetijden en gewichten. En dan kunt u de dagen gaan aftellen tot u voor de eerste keer mag komen kijken. Naar boven |
DE NESTPERIODE: HOE HET BIJ EEN ZORGZAME FOKKER GAAT |
De eerste twee weken Bij een nette fokker ligt de moederhond met haar pups in een zogenaamde werpkist. Dit is een bak van gelakt hout of waterbestendig multiplex, in ieder geval glad materiaal dat goed schoon te houden is. Rondom aan de binnenkant zitten de 'doodligstangen'. Die zorgen ervoor dat een pup niet doodgedrukt kan worden tussen de rug van mams en de wand. Pasgeboren pupjes kunnen hun lichaamstemperatuur nog niet zelf regelen. Ze hebben daarom extra verwarming nodig. Dat kan met een warmtelamp boven de werpkist of met een warmteplaat op de bodem van de kist. De omgevingstemperatuur moet voor de pups ongeveer 26º C zijn. Veel fokkers gebruiken oude kranten als nestmateriaal. Dat is hygiënischer dan bijvoorbeeld zaagsel dat veel stof bevat en dat in de bekjes kan komen. Op de kranten ligt een vetbed, een soort synthetische schapenvacht die makkelijk in de wasmachine kan op 60º en die zo weer droog is. Een zorgzame fokker houdt een nestlogboek bij waarin hij de gegevens van iedere individuele pup noteert. Hij zal de pups direct na de geboorte merken om ze uit elkaar te houden. Dat kan met gekleurde bandjes om de nek of met een stip nagellak. Bij die laatste methode heb je dan bijvoorbeeld 'nekje' (stip in de nek), 'staartje' (stip op de staart) enz. Ook zal een zorgzame fokker de pups iedere dag wegen. Zo kan hij in de gaten houden of elke pup zich voorspoedig ontwikkelt. Een pasgeboren labradortje weegt ongeveer 400 gram. Bij een groot nest kunnen de geboortegewichten wat lager zijn, bij een klein nest kunnen er dikkerdjes van wel ruim een pond bijzitten. Na een week zijn de geboortegewichten ongeveer verdubbeld en na twee weken ongeveer verdriedubbeld. Gele labradorbaby's worden met roze neusjes en voetzooltjes geboren. Het donkere pigment ontwikkelt zich pas na een paar dagen. Een pup met heel mooi pigment krijgt zelfs een donker buikje! Vlak na de bevalling heeft de moederhond vooral behoefte aan rust en privacy. De eerste veertien dagen zijn de meeste teven erg beschermend ten opzichte van hun puppy's. Ze komen alleen heel snel even van het nest af om hun behoeften te doen en te eten, maar het liefst liggen ze dag en nacht bij hun pups. De werpkist staat daarom op een rustige plek, afgeschermd van de andere honden in huis. Een verstandige fokker zal de eerste twee tot drie weken geen bezoek van pupkopers toestaan omdat dat alleen maar onnodige stress geeft bij de moederhond. Wel is het heel belangrijk dat de pups vanaf hun geboorte elke dag enkele keren in handen worden genomen en dat ermee geknuffeld wordt, bij voorkeur door verschillende mensen. Zo raken ze vertrouwd met mensengeurtjes. Ze worden "ingeprent op mensen", heet dat. Naar boven |
De derde en vierde levensweek Na ongeveer veertien dagen gaan bij de pups de oogjes open. Die zijn in het begin donkerblauw en nog erg lichtgevoelig. Pas na een paar dagen kunnen de pups er echt mee kijken. Nu gaan ook de oortjes open en beginnen ze te reageren op geluiden. Daarna komen de tandjes door. Die zijn vlijmscherp zodat moeder het ineens stukken minder leuk vindt om ze te voeden. Drinkende pups trappen met hun voorpootjes aan weerszijden van de tepels. Met een week of drie zijn de nageltjes zo lang geworden dat de moeder onder de krassen komt te zitten. Hoogste tijd voor de fokker om de nageltjes te knippen. Ook horen moeder en pups in de derde week hun eerste wormkuurtje te krijgen. De pups worden steeds krachtiger en oefenen volop met lopen en springen. Het eerste spelgedrag ontstaat, in elkaars bekjes bijten of in de oren van mams. De pups reageren ook al op mensenstemmen. Als je op een hoge, vrolijke toon tegen ze praat, draaien ze hun kopjes naar het geluid toe, beginnen te kwispelen en komen op het geluid af. Ze vinden het heerlijk om in mensenhanden te zijn. De fokker zal nu ook speelgoed in de werpkist leggen, zodat de onderzoek- en speldrift van de pups wordt gestimuleerd. De fokker biedt daarmee een 'verrijkte' of 'prikkelrijke' omgeving aan. Pups die zo opgroeien, hebben een voorsprong op pups die met zeven weken nog helemaal niks kennen. Als het nodig is, kunnen de pups vanaf drie weken wat puppymelk bijgevoerd krijgen. De moederliefde van een teef is hevig, maar kort. Na een week of drie houden de meeste teven het al weer een heel stuk voor gezien. Moedertje is dan niet meer zo superbezorgd, de andere honden in huis mogen komen neuzen bij de pups, ze gaat zelf weer regelmatig in de huiskamer liggen en meldt zich als de riemen worden gepakt. Dat is ook het moment dat het eerste puppybezoek mag komen en dat u de pups dus voor het eerst in het echt ziet. Vergeet uw fototoestel of videocamera niet! Bij de meeste fokkers mag u bij het eerste bezoek nog niet kiezen. Er valt immers nog nauwelijks iets te zeggen over de verschillende karaktertjes of eventuele jachtaanleg of showkwaliteit. Om ervoor te zorgen dat uw toekomstige hondje uw lucht al goed ingeprent krijgt, kunt u elke pup een tijdje tegen u aan houden en ermee knuffelen. Een goede fokker zal u veel informatie willen geven. Hij zal u daarom niet gedurende het hele bezoek bij het nest laten zitten. Op een gegeven moment is er koffie en wordt het gesprek rond de tafel voortgezet. Het is verstandig om van tevoren al uw vragen op te schrijven, zodat u niks vergeet. Na de koffie mag u nog een keer naar de pups gaan kijken en dan zit het eerste bezoek er alweer op. Naar boven |
De vijfde en zesde week In de loop van de vierde levensweek moeten de pups gelegenheid krijgen om de wereld buiten de werpkist te verkennen. Sommige fokkers zetten een puppyrennetje om de werpkist heen, andere verhuizen de pups naar een andere ruimte. Het blijft belangrijk dat de pups veel contact hebben met mensen en dat ze elke dag een uurtje in de huiskamer of keuken mogen rondlopen. Zo kunnen ze wennen aan een huiselijke omgeving. Ook moeten ze elke dag een paar nieuwe, onbekende voorwerpen krijgen die ze kunnen onderzoeken en waar ze mee kunnen spelen. Een lekke voetbal, een oude stoffer, een grote dennenappel, een plastic fles met rammeltjes erin, een kartonnen doos, enz. enz. Het is fijn als de fokker ze in deze periode ook voorzichtig laat wennen aan harde geluiden en knallen. Zo zal uw hondje later niet snel in paniek raken van onweer of vuurwerk. Toekomstige jachthondjes zullen zo beter schotvast worden. In deze periode worden de pups "gespeend". Dat betekent dat ze van de moedermelk overschakelen op vast voedsel. Dat gebeurt geleidelijk aan. Eerst wat puppymelk, dan geweekte brokjes erdoor, dan harde puppybrokjes en eventueel versvleesvoer en wat groente en fruit. Als de pups zes weken zijn, horen ze op vier maaltijden per dag te zitten. In de vijfde levensweek krijgen ze hun tweede wormkuurtje. Bij goed weer kunnen de pups nu ook af en toe buiten spelen, in de buitenkennel of op een speelweitje. Ook dit is belangrijk voor hun ontwikkeling. Weer leren ze dat de wereld een stukje groter is, dat er bomen zijn en wind en gras, ze horen straatgeluiden, maken misschien kennis met de grasmaaier, een parasol, de droogmolen, een sproeier, enz. Met vijf à zes weken komen de puppykopers meestal voor de tweede keer op bezoek. Bij dit bezoek mag u uw pup uitkiezen of krijgt u te horen welke pup van u is. Als de fokker de mensen zelf laat kiezen, gebeurt dat meestal op volgorde van de wachtlijst. U weet dan al van tevoren of u als eerste, tweede, derde, enz. mag kiezen, of dat u de laatste bent en dus geen keus heeft. Omdat dit systeem nogal wat bezwaren heeft, kiezen veel fokkers ervoor om zelf de pups te verdelen. De fokker heeft door alle gesprekken met u een goed beeld gekregen van wat u zoekt. Hij kent de pups door en door en kan goed beoordelen welk hondje het beste bij u past. De fokker probeert daarbij zo veel mogelijk rekening te houden met de voorkeuren van de puppymensen voor een bepaalde pup. Sommige fokkers gebruiken een puppytest voor de toewijzing. Zo´n test kan pas met 7 weken door een ervaren tester (niet de fokker zelf!) worden afgenomen. In dat geval moet u dus wat langer wachten voordat u weet welke pup van u wordt. Naar boven |
De zevende en achtste levensweek Nu de pups zijn toegewezen, kan de fokker ze alvast een beetje laten wennen aan hun naam. De roepnaam hoeft niet hetzelfde te zijn als de stamboomnaam. De fokker moet al direct na de geboorte de stamboomnamen doorgeven aan de Raad van Beheer. Die naam zal dus vrijwel altijd anders zijn dan de naam die u thuis gaat gebruiken voor uw hond. De 'verrijkte' opfok, oftewel de 'prikkelrijke' omgeving blijft heel belangrijk. Sommige fokkers oefenen bijvoorbeeld het komen op de fluit iedere keer als de pups eten krijgen. Of hij laat ze kennismaken met een eendenvleugeltje of puppydummy, als het de bedoeling is dat het jachthondjes worden. Bij warm weer mogen ze misschien spelen in een badje met water of met de tuinslang. Of ze mogen kennismaken met het gezonde, lieve hondje van vrienden, dat in de verste verte niet lijkt op een labrador. En steeds komen er veel mensen in alle soorten en maten om te knuffelen met de pups en krijgen ze veel nieuwe speelgoedjes. Zo'n nestperiode maakt het verschil tussen een pup die onbevreesd en vol vertrouwen de wereld tegemoet gaat, of een pup die alleen een saaie, betonnen kennel kent en die alles daarbuiten eng vindt. Met zes weken komt de dierenarts voor de puppy-entingen. Hij kijkt iedere pup helemaal na en vermeldt zijn op- of aanmerkingen in het Europese Dierenpaspoort dat bij de puppy-enting hoort. De pups krijgen weer een wormkuurtje. Een paar dagen na de puppyenting mogen ze de straat op. Op de arm van een vertrouwde persoon kijken naar het verkeer en alle mensen, en dan heel even op eigen pootjes staan. Misschien is er een wei in de buurt, waar ze kunnen kennismaken met een paard of koe. Ook een autoritje bij een bijrijder op schoot of op de arm is een goede oefening. Ook rond de zesde week komt de nestcontroleur van de Raad van Beheer. Die controleert of de administratie in orde is en of er geen sprake is van wantoestanden. Als dat goed is, worden de pups gechipt. Ze krijgen met een dikke injectienaald links in de hals een chip ingeplant. Die bevat een unieke barcode (streepjescode), die met een scanner is af te lezen. Daarmee is de hond altijd te identificeren. De fokker is verplicht om binnen acht weken na de geboorte de pups te registreren bij een door de overheid aangewezen databank. Daarna bent u zelf verantwoordelijk om uw gegevens actueel houden. Mocht uwe hond later worden binnengebracht bij een asiel of dierenarts ergens in Europa, dan checken ze altijd of het dier een chip heeft. Zo ja, dan raadplegen ze de databanken en krijgt u meteen een telefoontje. De fokker zal u hier meer informatie over geven. De nestcontroleur zal ook een beetje wangslijmvlies afnemen van de pup. Daarmee wordt een DNA profiel vastgelegd. De fokker krijgt de stambomen en de DNA-certificaten na een paar weken thuisgestuurd. Soms gaat dat zo snel dat de stamboom al direct bij het ophalen met de pup kan worden meegegeven. Er staat geen eigenaar meer op de stamboom. Alle pups staan in eerste instantie geregistreerd op naam van de fokker. Die moet een formulier opsturen naar de Raad van Beheer om de pup op uw naam te laten zetten. U ontvangt daarna van de Raad van Beheer een registratiebewijs. Naar boven |
De grote dag: het ophalen De pups zijn gechipt, de fokker kan nu afspraken gaan maken voor het ophalen. In Nederland mag een pup niet jonger dan zeven weken van zijn moeder worden gescheiden. Bovendien is het verstandig om de chip een paar dagen tijd te geven om in te kapselen. Vlak na het inbrengen kan hij er nog uitvallen, vooral als de pup meteen een halsbandje om krijgt of in het nekvel wordt gepakt. Het is dus niet de bedoeling dat de pups direct na het chippen worden meegegeven, ook al zou het in principe kunnen. Een verstandige fokker doet dat niet. Als u de afspraak maakt voor het ophalen, kunt u ook even navragen hoe u moet betalen, contant of per bank. Kom altijd minimaal met zijn tweeën, zodat de pup in de auto bij iemand op schoot kan liggen. En probeer zo vroeg mogelijk weer thuis te zijn, zodat uw hondje ruim de tijd heeft om aan zijn nieuwe huis te wennen voordat hij de eerste nacht in gaat. Een goede fokker zal dit soort zaken overigens uitgebreid met u doorspreken. Een labradorpup van 7 weken hoort ongeveer 6 kilo te wegen. Een kilootje meer of minder is prima, maar een pup die met 7 weken minder dan 5 kilo weegt, is toch echt te klein. Dan klopt er iets niet. U behoort, behalve het Europese Dierenpaspoort, in ieder geval een voedingsschema mee te krijgen. Een goede fokker geeft nog veel meer mee: kopieën van de papieren van paps en mams, een map met adviezen, een zak brokken of een puppypakket, een lap met de nestgeur, een vertrouwd speeltje, wat foto's van de nestperiode, enz. enz. Ook het koopcontract moet nog ingevuld worden. En dan begint u samen met uw pup aan het grote avontuur dat HOND heet. Als u uw pupje bij een betrouwbare fokker heeft gekocht, zal die de volgende dag even bellen om te vragen hoe de reis en de eerste nacht gegaan zijn. Ook later zal de fokker af en toe belangstelling tonen en hij zal mailtjes en foto's van uw kant zeer op prijs stellen. Met eventuele vragen of problemen kunt u altijd bij hem of haar terecht. Mocht uw hond onverhoopt serieuze gezondheidsproblemen krijgen die een erfelijke basis hebben, dan zal een goede fokker u zelfs de aankoopprijs of een deel daarvan terugbetalen als tegemoetkoming in de kosten. Naar boven |
NAWOORD |
Wat te doen met deze informatie ZO HOORT HET BIJ EEN BETROUWBARE FOKKER ONGEVEER TE GAAN. TREFT U EEN FOKKER WAAR HELEMAAL NIETS GAAT ZOALS HIER BESCHREVEN, KOOP DAAR DAN NIET. ER ZIJN GENOEG FOKKERS DIE HUN PUPS WEL OP DEZE MANIER BEGELEIDEN, MET VEEL LIEFDE EN ZORG. EN ZO HOORT HET! Naar boven |
Auteurs Deze informatie is geschreven en beschikbaar gesteld door Hanneke en Jan Jansma van Laboriginals uit Oirschot. Wilt u deze informatie nog eens rustig nalezen, print dan dit bestand uit of sla het op op uw computer. Naar boven |