Als het om gezondheid gaat kunnen er niet genoeg regels zijn.
@Lunatic. Zolang dit een persoonlijke mening is, heb ik geen moeite met deze stelling, maar laat het alsjeblieft geen dogma worden, want dan zijn we in de aap gelogeerd. Als premisse is het met talloze voorbeelden eenvoudig om, eventueel
ad absurdum, aan te tonen dat de stelling principieel onjuist is.
Jouw voorbeeld, waarin uit een nest van 10 pups vier teefjes worden aangehouden voor de fok, wijkt ver af van de praktijk, waarin 1 op de 40 pups eenmalig of meerdere malen wordt ingezet voor de fok. Daarnaast ken ik geen mensen die gebruik maken van een "top 5 op de dekreuenlijst". Ik heb nog nooit van een "top 5" gehoord. Eigenaren van te dekken teven maken een selectie uit een breed aanbod van bewezen dekreuen, en steeds meer op basis van een lage inteeltcoëfficiënt.
Met een groot ras als de labrador heb je te maken met een omvangrijke markt, waarin vraag en aanbod fluctueren. Als gevolg daarvan is er sprake van concurrentie.
Consumenten worden (gelukkig) steeds mondiger en kritischer. Dit betekent dat zij selectiever worden en bijvoorbeeld eerder kiezen voor een pup uit een nest waarvan de ouderdieren (en hun voorouders) zich hebben bewezen. Dit houdt (bijna) automatisch in dat er pupkopers zijn die zich niet snel wagen aan een pup met een vader die zich niet of onvoldoende heeft bewezen. Daar kun je een mening over hebben, maar die marktwerking kun je moeilijk beïnvloeden.
Daarnaast is het zo dat het voor een pup beter is dat hij op leeftijd van 8 weken in het gezin komt waar hij de rest van zijn leven zal blijven, dan wanneer hij tot leeftijd van soms 4 maanden en langer in de kennel moet blijven. Fokkers zijn er alleen al om die reden bij gebaat dat de vraag naar hun pups voldoende is, en daar kunnen zij onder meer voor zorgen door een dekreu van naam te selecteren.
En wanneer de verwantschap tussen de reu en de teef gering is, hetgeen mogelijk is het door het brede aanbod van dekreuen, levert het gebruik van bewezen dekreuen alleen maar voordelen op, niet in de laatste plaats op gezondheidsgebied.