En dan rijd je op een verlaten pad. Het werkent leven is in volle gang, dus in de natuur valt weinig leven te zien. Hoewel weinig leven?
Juna en Fust dribbelen lekker mee, om af en toe even halt te houden bij een grasspriet of aardekluit. Het zonnetje ontneemt de nevel van het land snel, en de helblauwe lucht is prachtig om te zien. Door de lucht zie ik een torenvalk gaan, hij duikt het land in. Zou hij wat gevangen hebben?
Achter me hoor ik de ganzenroep en ik zie een prachtige driehoek van canadese ganzen overkomen die luidkeels hun vertrek aankondigen. In het land kwaken wat eendjes tussen de gevlekte koeien door. Een zwerm kieviten komt over met hun typerende vorming.
Een prachtige libelle groot en felblauw als de lucht vertrekt naar het riet aan de andere kant van het fietspad.
Een fietser komt ons tegemoet. Ik fluit Juna en Fust bij me en laat ze even zitten. Met een "dank je" gaat de fietser ons voorbij en vervolgen wij onze weg. Na een flinke rit komen we bij een losloopgebied aan. Hoewel meestal erg druk, treffen we maar een paar honden. In het land struinen wat fazanten en later zie ik een koppeltje prachtige ooievaars.
Als je me vraagt wat geluk is? Dit dus
