Doby, de ooit zo waterschuwe hond...
Geplaatst: 05 aug 2012, 19:29
Ooit had ik een waterschuwe hond. Zo eentje die met een wijde boog om alle plassen heen loopt, en bij regen niet naar buiten wil. Dat moest veranderd worden! Een echte waterrat, dat was wat ik wilde!
En dus werd er meteen gestart met watergewenning. Een watergewenning waarvan het gewenste resultaat door mij op gejuich onthaald werd.
"Boontje komt om zijn loontje", denk ik op dit moment iets minder juichend. Onder me spettert tienerpup vrolijk heen en weer in een beek. Een beek waarvan ik uit bittere ervaring weet dat zelfs volwassen honden er op hun eentje niet meer uit raken.
En er is geen mens te zien. Niemand die mijn hand vasthouden kan, zodat ik veilig de steile, betonnen oever afdalen kan tot op zijn hoogte.
Ondertussen is het tot puplief doorgedrongen waarom hij niet in deze beek mocht. Vragend kijkt hij me aan: "Wat nu?"
Ja, wat nu? Met de moed der wanhoop laat ik de leiband voor zijn neus slingeren, de leiband waarvan ik me voorgenomen had hem te leren deze op bevel vast te pakken, zodat ik hem in gevallen als deze makkelijk eruit kan trekken. Alleen jammer dat ik dat vergeten ben.
Zal ik zelf in de blubber springen, en hem een duw in de kont geven? Maar als ik er dan niet meer uit raak?
Misschien moet ik een eind terug wandelen tot aan een stuk waar hij er wel uit kan klimmen? Een herinnering aan zijn voorgangster, die bijna verdween in een diep stuk slib een eindje verderop, doemt op.
Of misschien is de oever aan de andere kant minder steil? Helaas, een kort stukje omlopen leert me dat dit niet het geval is.
Dan zie ik de bomen, dezelfde bomen waarvan ik het een paar jaar terug nog zo jammer vond dat ze omgehakt waren. Nu blijkt dat een meevaller. Uit de korte stronken ontschieten stevige scheuten. En die zijn smal genoeg om er mijn leiband omheen te slaan, en toch nog een voldoende lang stuk over te hebben om tot aan mijn pup te raken. Ik laat me zakken, en na een paar pogingen en een algehele stretch lukt het me net om de halsband van mijn Doby te pakken te krijgen. Opgelucht trek ik hem omhoog.
Halverwege de oever krijgt hij weer grip en steekt me voorbij. Om zich meteen hartgrondig uit te schudden, het nog steeds aan de leiband slingerende baasje besproeiend met een laagje zwart, olieachtig, stinkend spul.
Vervolgens viert hij de verfrissende duik en de gelukkige afloop met een serie korte sprintjes op de beangstigend smalle rand tussen weideomheining en beek. En maakt telkens een tussenstop bij het beurtelings gillende en schaterende baasje, nog steeds onhandig aan de oever slingerend, voor een tweede en een derde sproeibeurt.
Druipend van het vieze, zwarte spul, en ternauwernood alsnog een bad vermijdend, lukt het me uiteindelijk de oever uit te klauteren. Ik zie er niet uit. Van mijn blanke armen, gezicht en decolleté is weinig meer te bekennen. Het mooie topje (waarvan ik deze ochtend nog tegen mijn moeder zei: “dat het weinig zin had mijn mooiste spullen te sparen voor speciale gelegenheden, omdat je ze dan uiteindelijk bijna nooit draagt”) onherkenbaar.
De pup vleit zich gezellig tegen me aan, zich van mijn afwerende handen niets aantrekkend, en ervoor zorgend dat mijn onderkant nu perfect past bij mijn bovenkant.
Giebelend lopen we samen terug naar huis, hij zwart als altijd, ik assorti met hem.
Leuk, hoor: zo'n waterrat. Ontzettend leuk.
Maar niet altijd even handig. Er schijnen toch nog voordelen te zitten aan een waterschuwe hond...
En ja, ik had geschreven dat ik geen lid van dit forum meer wilde zijn.
Maar ik hou van de humor van de meesten hier op het forum. Ik kan me goed vinden in de opvoedingsmethodes die hier gegeven worden, heb er ook al baat bij gehad.
En het zijn gelukkig maar een paar personen waarvan ik de berichten kwetsend vind. Bij deze: nogmaals bedankt Roos, Kim en Knutselsmurf voor de steun.
Alles heeft zijn voor- en nadelen, en ik vind de voordelen toch doorwegen.
En dus werd er meteen gestart met watergewenning. Een watergewenning waarvan het gewenste resultaat door mij op gejuich onthaald werd.
"Boontje komt om zijn loontje", denk ik op dit moment iets minder juichend. Onder me spettert tienerpup vrolijk heen en weer in een beek. Een beek waarvan ik uit bittere ervaring weet dat zelfs volwassen honden er op hun eentje niet meer uit raken.
En er is geen mens te zien. Niemand die mijn hand vasthouden kan, zodat ik veilig de steile, betonnen oever afdalen kan tot op zijn hoogte.
Ondertussen is het tot puplief doorgedrongen waarom hij niet in deze beek mocht. Vragend kijkt hij me aan: "Wat nu?"
Ja, wat nu? Met de moed der wanhoop laat ik de leiband voor zijn neus slingeren, de leiband waarvan ik me voorgenomen had hem te leren deze op bevel vast te pakken, zodat ik hem in gevallen als deze makkelijk eruit kan trekken. Alleen jammer dat ik dat vergeten ben.
Zal ik zelf in de blubber springen, en hem een duw in de kont geven? Maar als ik er dan niet meer uit raak?
Misschien moet ik een eind terug wandelen tot aan een stuk waar hij er wel uit kan klimmen? Een herinnering aan zijn voorgangster, die bijna verdween in een diep stuk slib een eindje verderop, doemt op.
Of misschien is de oever aan de andere kant minder steil? Helaas, een kort stukje omlopen leert me dat dit niet het geval is.
Dan zie ik de bomen, dezelfde bomen waarvan ik het een paar jaar terug nog zo jammer vond dat ze omgehakt waren. Nu blijkt dat een meevaller. Uit de korte stronken ontschieten stevige scheuten. En die zijn smal genoeg om er mijn leiband omheen te slaan, en toch nog een voldoende lang stuk over te hebben om tot aan mijn pup te raken. Ik laat me zakken, en na een paar pogingen en een algehele stretch lukt het me net om de halsband van mijn Doby te pakken te krijgen. Opgelucht trek ik hem omhoog.
Halverwege de oever krijgt hij weer grip en steekt me voorbij. Om zich meteen hartgrondig uit te schudden, het nog steeds aan de leiband slingerende baasje besproeiend met een laagje zwart, olieachtig, stinkend spul.
Vervolgens viert hij de verfrissende duik en de gelukkige afloop met een serie korte sprintjes op de beangstigend smalle rand tussen weideomheining en beek. En maakt telkens een tussenstop bij het beurtelings gillende en schaterende baasje, nog steeds onhandig aan de oever slingerend, voor een tweede en een derde sproeibeurt.
Druipend van het vieze, zwarte spul, en ternauwernood alsnog een bad vermijdend, lukt het me uiteindelijk de oever uit te klauteren. Ik zie er niet uit. Van mijn blanke armen, gezicht en decolleté is weinig meer te bekennen. Het mooie topje (waarvan ik deze ochtend nog tegen mijn moeder zei: “dat het weinig zin had mijn mooiste spullen te sparen voor speciale gelegenheden, omdat je ze dan uiteindelijk bijna nooit draagt”) onherkenbaar.
De pup vleit zich gezellig tegen me aan, zich van mijn afwerende handen niets aantrekkend, en ervoor zorgend dat mijn onderkant nu perfect past bij mijn bovenkant.
Giebelend lopen we samen terug naar huis, hij zwart als altijd, ik assorti met hem.
Leuk, hoor: zo'n waterrat. Ontzettend leuk.
Maar niet altijd even handig. Er schijnen toch nog voordelen te zitten aan een waterschuwe hond...
En ja, ik had geschreven dat ik geen lid van dit forum meer wilde zijn.
Maar ik hou van de humor van de meesten hier op het forum. Ik kan me goed vinden in de opvoedingsmethodes die hier gegeven worden, heb er ook al baat bij gehad.
En het zijn gelukkig maar een paar personen waarvan ik de berichten kwetsend vind. Bij deze: nogmaals bedankt Roos, Kim en Knutselsmurf voor de steun.
Alles heeft zijn voor- en nadelen, en ik vind de voordelen toch doorwegen.