Officiële sleuteldrager.
-
Floortje Faun
- Middelgrote hondenneus

- Berichten: 294
- Lid geworden op: 18 jan 2012, 20:30
- Contacteer:
Officiële sleuteldrager.
De heer Doobemans is hier des huizes de officiële sleuteldrager: verantwoordelijk voor elk sleuteltransport van sleutelmandje naar auto, en omgekeerd. Een taak die hij met verve vervult.
Met het kleine teddybeertje in de mond, en de sleutels slingerend en klaterend. Liefst zoveel mogelijk slingerend en klaterend: heen en weer crosst hij in de garage, de sleutels om de haverklap onzacht op de grond kletterend.
Van een officiële sleuteldrager wordt echter ietwat meer voorzichtigheid verwacht.
En dus leiden we de sleuteldrager zo goed als mogelijk op.
Al snel worden zijn verantwoordelijkheden uitgebreid, en mag hij de sleutels ook dragen na aankomst in het bos. Het baasje heeft toch nog wat werk met het opruimen van zijn trapje, en het opduikelen van benodigde attributen (balletje, leiband).
Ook hier is nog wat training vereist. Het mannetje is er namelijk van overtuigd dat hij prima al aan het wandelen kan slaan: “Hoezo: die auto moet nog gesloten worden? En hoezo: een zorgvuldige sleutelbewaarder laat deze niet bij het eerste, het beste interessante geurtje achteloos slingeren, vooral niet wanneer dat geurtje zich in het lange gras bevindt? Prima verstopplaats, toch?”
Zijn opleiding verloopt voorspoedig, zij het niet geheel vlekkeloos.
Over het algemeen genomen komt zijn zelfopgelegde plicht mij prima uit. Gedaan met de tijd waarin ik, onhandig met een sleutelbos in mijn mond, hem en zijn spulletjes in en uit de auto laad. Gedaan met het ding op het dak van de auto leggen (gevaarlijk met een verstrooid mens als ik). Gedaan met, al helemaal ingegordeld en de handen aan het stuur, tot de ontdekking komen dat de sleutels nog in de kofferbak liggen.
Dus wanneer ik deze ochtend op het einde van onze boswandeling, ruim op voorhand, mijn sleutelbos tevoorschijn tover, overhandig ik deze zonder aarzelen aan het meteen naast me opgedoken kopje.
En kijk vervolgens verbijsterd hoe hij vastberaden de verkeerde kant opdraaft. Op mijn roep draait hij zich om, en kijkt me in de ogen: “Ik wil nog niet naar huis. Doen we niet nog een extra stukje?”
Ik kan me voor de kop slaan: ik weet toch dat hij nooit zin heeft om terug naar huis te gaan???
En nu kan ik het vergeten om ostentatief met de portieren te slaan: “Ik ben weg, hoor. Daaaaaaaaaaaaag”, zo vrolijk mogelijk eraan toevoegend, en al de motor te starten: “Ik ga al naar huis. Jij zult wel liften, zeker? Nou, tot straks, hé”. Zou die slimmerik dat door hebben???
Ik roep nogmaals, maar het heerschap vertrekt geen spiertje. In gedachten bel ik mijn ouders (met de gsm die ik weer eens niet bij heb, in een gebied dat bezwaarlijk als dichtbevolkt omschreven kan worden), en biecht schoorvoetend op dat ik de sleutels van onze enige auto kwijt ben. En dat ik die zelf aan dat onbetrouwbaar heerschap overhandigd heb…
Op hem af stappen, heeft geen zin, ik kan alleen maar hopen dat zijn innerlijk overleg (luisteren naar baasje?) in mijn voordeel beslist wordt.
Ik roep een derde keer. En een vierde keer.
Net wanneer de moed me in de schoenen zakt, holt hij op me af. Oef!
Als beloning mag hij de sleutels houden. In al mijn naïeviteit denk ik de oorlog gewonnen te hebben.
Voorbarig idee, merk ik als ik bij de auto ben. Daar staat hij weer, een meter of 10 van me vandaan: “Ik wil nog niet naar huis…”
Ditmaal is het menens, maar jammer genoeg voor hem is het poortje naar het bos al toe gevallen. Snel maak ik van zijn verwarring gebruik, en grijp hem bij zijn halsband. In de auto met dit heerschap!
De heer Doobemans: officiële sleuteldrager. Maar niet meer aan het eind van de wandeling.
Met het kleine teddybeertje in de mond, en de sleutels slingerend en klaterend. Liefst zoveel mogelijk slingerend en klaterend: heen en weer crosst hij in de garage, de sleutels om de haverklap onzacht op de grond kletterend.
Van een officiële sleuteldrager wordt echter ietwat meer voorzichtigheid verwacht.
En dus leiden we de sleuteldrager zo goed als mogelijk op.
Al snel worden zijn verantwoordelijkheden uitgebreid, en mag hij de sleutels ook dragen na aankomst in het bos. Het baasje heeft toch nog wat werk met het opruimen van zijn trapje, en het opduikelen van benodigde attributen (balletje, leiband).
Ook hier is nog wat training vereist. Het mannetje is er namelijk van overtuigd dat hij prima al aan het wandelen kan slaan: “Hoezo: die auto moet nog gesloten worden? En hoezo: een zorgvuldige sleutelbewaarder laat deze niet bij het eerste, het beste interessante geurtje achteloos slingeren, vooral niet wanneer dat geurtje zich in het lange gras bevindt? Prima verstopplaats, toch?”
Zijn opleiding verloopt voorspoedig, zij het niet geheel vlekkeloos.
Over het algemeen genomen komt zijn zelfopgelegde plicht mij prima uit. Gedaan met de tijd waarin ik, onhandig met een sleutelbos in mijn mond, hem en zijn spulletjes in en uit de auto laad. Gedaan met het ding op het dak van de auto leggen (gevaarlijk met een verstrooid mens als ik). Gedaan met, al helemaal ingegordeld en de handen aan het stuur, tot de ontdekking komen dat de sleutels nog in de kofferbak liggen.
Dus wanneer ik deze ochtend op het einde van onze boswandeling, ruim op voorhand, mijn sleutelbos tevoorschijn tover, overhandig ik deze zonder aarzelen aan het meteen naast me opgedoken kopje.
En kijk vervolgens verbijsterd hoe hij vastberaden de verkeerde kant opdraaft. Op mijn roep draait hij zich om, en kijkt me in de ogen: “Ik wil nog niet naar huis. Doen we niet nog een extra stukje?”
Ik kan me voor de kop slaan: ik weet toch dat hij nooit zin heeft om terug naar huis te gaan???
En nu kan ik het vergeten om ostentatief met de portieren te slaan: “Ik ben weg, hoor. Daaaaaaaaaaaaag”, zo vrolijk mogelijk eraan toevoegend, en al de motor te starten: “Ik ga al naar huis. Jij zult wel liften, zeker? Nou, tot straks, hé”. Zou die slimmerik dat door hebben???
Ik roep nogmaals, maar het heerschap vertrekt geen spiertje. In gedachten bel ik mijn ouders (met de gsm die ik weer eens niet bij heb, in een gebied dat bezwaarlijk als dichtbevolkt omschreven kan worden), en biecht schoorvoetend op dat ik de sleutels van onze enige auto kwijt ben. En dat ik die zelf aan dat onbetrouwbaar heerschap overhandigd heb…
Op hem af stappen, heeft geen zin, ik kan alleen maar hopen dat zijn innerlijk overleg (luisteren naar baasje?) in mijn voordeel beslist wordt.
Ik roep een derde keer. En een vierde keer.
Net wanneer de moed me in de schoenen zakt, holt hij op me af. Oef!
Als beloning mag hij de sleutels houden. In al mijn naïeviteit denk ik de oorlog gewonnen te hebben.
Voorbarig idee, merk ik als ik bij de auto ben. Daar staat hij weer, een meter of 10 van me vandaan: “Ik wil nog niet naar huis…”
Ditmaal is het menens, maar jammer genoeg voor hem is het poortje naar het bos al toe gevallen. Snel maak ik van zijn verwarring gebruik, en grijp hem bij zijn halsband. In de auto met dit heerschap!
De heer Doobemans: officiële sleuteldrager. Maar niet meer aan het eind van de wandeling.
-
speurneus carola
- Speurneus

- Berichten: 4834
- Lid geworden op: 31 jan 2003, 20:48
- Locatie: veldhoven
-
Floortje Faun
- Middelgrote hondenneus

- Berichten: 294
- Lid geworden op: 18 jan 2012, 20:30
- Contacteer:


