Ze dwarrelen door de straat en plakken tegen je aan
De wind trekt hard aan mijn jas en mijn haren.
Het stormt , de regen klettert tegen het raam
Het stormt, eigenlijk wel knus, ieder van ons heeft een huis
Het stormt , de kachels aan , de kaarsjes geven hun licht
Schaduwen tekenen zich af tegen het plafond en de muur
We hebben nog een lange winter te gaan, het einde is nog niet in zicht.
Het stormt, maar alleen buiten in de kou van de herfst
Binnen in onze huizen is het behaaglijk en warm
We nestelen ons lekker in een stoel aan een tafel
En zetten de computer maar eventjes aan.
En kijk, plotseling zijn we dan niet meer alleen
Het labradorforum komt met ‘n klik op de muis
Namen , velen al heel goed bekend vullen het scherm
Zo’n forum word na een tijdje een soort tweede huis.
Een huis vol verhalen, daar kun je wat van leren
Een huis ook met verdriet , om samen te delen
Een huis met mooie foto’s van vrolijke labjes
Een huis met anekdotes en afspraken en ook wel met grapjes
Het stormt, maar zo kom ik de winter wel door
Want voor ieder is er altijd een luisterend oor
Het stormt, laat donder en bliksem en sneeuw nu maar komen
Ik blijf lekker achter de computer met mijn gedachten en dromen
Het stormt, maar in huis is de wind nauwelijks te horen.
Naast mij ligt Toosje, haar hoofd op mijn voet
De poes ligt te spinnen, dat geluid vult mijn kamer
Op zulke momenten voelt het leven echt goed.
Het stormt, de bomen hebben hun blad bijna verloren
De wind heeft buiten lekker vrij spel
Het stormt , laat nou de winter maar komen
Samen met Toosje vermaak ik mij wel.
