Huh…dat had ik toch meegenomen gisteren?
Zoon: Weet je dat wel zeker?
Hm. Jullie moeten weten dat ik erg vaak wat vergeet bij de super. Ook mijn boodschappenbriefje… Dus ik was het brood vergeten. Dacht ik. Tot ik naar de eettafel liep en bijna uitgleed over een plastic zak. Een broodzak. Ik pak die broodzak, loop met die zak naar Harry die stuurs zijn kop wegdraait. Of het lekker was, vroeg ik hem. Dat was het enige. Niet eens boos! Ik was allang blij dat ik nu eens niet iets was vergeten, denk ik.
Harry bedenkt zich niet, springt uit de stoel via de rugleuning, rent door de kamer naar de bank, neemt de bank in zijn renaanval mee, wat helemaal niet mag. Ik: Harry!!! Zoon zwaait de achterdeur open, waar mijn twee exkaters jammerend van hun eeuwige honger staan te wachten, katers schrikken zich lam, Harry schrikt zich lam, rent weer naar binnen, over de stoel, over de bank, dondert een van mijn tafeltjes ondersteboven, zoon en ik zitten inmiddels op het aanrecht als Harry ons voorbij stuift richting de achtertuin. Naar de schuttingdeur, weer terug naar de achterdeur, weer naar de schuttingdeur, rondje om de scooter, weer naar de schuttingdeur, onderweg naar de achterdeur een hangende druiventak meesleurend eindigde hij dan eindelijk onder de tuintafel. Met de druiventak nog in zijn bek. Oeh vrouwtje was niet blij!
Harry, hier. Dat was hij natuurlijk geenszins van plan en stoof er weer vandoor.
Zoon moest inmiddels weg, wenste mijn sterkte, ik bedankte hem en wilde koffie pakken. Harry wachtte maar even met zijn ochtendplas. Die 10 minuutjes…
Het koffieapparaat dacht daar anders over. Hoe ik ook drukte op het knopje, hij ging niet aan. Wel alle gloeiende…. ( een heleboel nare woorden volgden..). Stekker zat er niet in. Had zoon eruit gehaald voor de fohn. Die eigenlijk boven hoort te liggen.
Het leek net alsof Harry zat te grijnzen toen ik toch met de riem aan kwam zetten.
De ronde ging goddank goed. Geen gemier en getrek, gewoon normaal. Eenmaal thuis zijn wobler gevuld met zijn brok, daar is ie dol op. Op z’n wobler.
De achterdeur stond nog gewoon open, dus ik hoor hoe Harry de wobler door de hele achtertuin rolt. Maar het was best stil achter het huis. Had ik de schuttingdeur wel goed op slot gedaan? Ik stoof naar buiten, geen Harry. Wel een wobler. Open en wel. Niet goed dichtgedraaid. De schuttingdeur was dicht. Maar geen Harry. Huh?
Ik weer naar binnen, onder het bureau kijken en in zijn stoel. Nope. Nah…waar is dat gekke monster?
Weer naar buiten en daar stond meneer. Midden tussen mijn planten. Betrapt! Eindelijk! En schreeuwen dat ik deed! HARRY! EN NU DIE TUIN UIT POTDIKKE!!!!
Mijn achterbuurman heet ook Harry. Maar dan met ie. Dus Harrie. Harrie riep lachend vanachter zijn schutting: Wat heb ik gedaan?!
Ondertussen had Harry het weer op een rennen gezet. Dwars door mijn phloxen, gladiolen, lavendels en ooievaarsbekjes. Met de bloemetjes van de ooievaarsbekjes om de oren zat hij even later op zijn stoel. Met z’n allerliefste blik. Hoe kun je dan nog boos blijven he? Ik graai naar mijn telefoon, want dit was echt een superleuke, allerliefste, überschattigste foto geworden. Geen foon. Lag nog boven… Ik keek Harry aan, aaide hem over zijn kop en kreeg een goedmaaklebber terug. Het monster is best een schatje





Wood Fen Moos °23-03-2013


